23 mei 2020 door in Gezondheid hond
Alles over epilepsie bij honden
Alles over epilepsie bij honden
Heeft jouw hond epilepsie?
Epilepsie bij een hond is een in de praktijk regelmatig voorkomend neurologisch probleem. Epilepsie gaat gepaard met regelmatige of onregelmatige, heftige of minder heftige epileptische aanvallen, die in verschillende vormen kunnen plaats vinden. De aanvallen kunnen in sommige gevallen een behoorlijke impact hebben op een hond en ook baasje. Kennis over epilepsie kan ervoor zorgen dat, wanneer je een aanval bij een hond meemaakt, dit wellicht als wat minder beangstigend ervaart. In deze blog vertellen we uitgebreid over epilepsie bij de hond en wat je hierover moet weten.
Wat is epilepsie bij de hond
Epilepsie bij honden is het gevolg van kortsluiting in de hersenen, met als gevolg aanvallen die ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen van een hond. Hierbij treedt ongecontroleerd gedrag op dat zich, afhankelijk van de locatie in de hersenen waar dit optreedt, op verschillende wijzen kan uiten. Het komt vaak voor dat de hond buiten bewustzijn raakt, spastische krampen krijgt en urine laat lopen. Er zijn echter verschillende soorten aanvallen en ook verschillende oorzaken van epilepsie.
2 vormen van epilepsie bij honden
Er zijn twee vormen van epilepsie bij een hond. We onderscheiden primaire en secundaire epilepsie.
Primaire epilepsie bij de hond
Primaire epilepsie, ook wel genetische of erfelijke epilepsie, is een vorm die bij elke hond voor kan komen. Deze vorm van epilepsie is de vorm die we ook bij veel mensen met epilepsie kennen. Voor deze vorm van epilepsie is over het algemeen geen directe oorzaak te vinden. De diagnose wordt gesteld door, naast een uitgebreid lichamelijk onderzoek, ook een bloedonderzoek en eventueel een MRI-scan of CT-scan uit te voeren. Op deze wijze worden andere oorzaken van epilepsie uitgesloten. De primaire vorm van epilepsie ontstaat meestal als de hond een leeftijd heeft tussen de 6 maanden en 5 jaar. In de blog ‘Een hond met epilepsie, wat nu?‘ lees je wat voor een impact dit kan hebben.
Secundaire epilepsie bij de hond
Bij deze vorm van epilepsie is er een sprake van een onderliggende oorzaak. Honden van alle leeftijden kunnen in principe last krijgen van secundaire epilepsie, maar meestal komt dit voor bij oudere honden. Het ontstaan van de aanvallen kan komen door een probleem in de hersenen, zoals bijvoorbeeld hersenbloedingen, hersenvliesontsteking, tumoren, beschadigingen of aangeboren afwijkingen. Echter kunnen de aanvallen ook optreden door het ‘disfunctioneren’ ergens anders in het lichaam, zoals een vergiftiging, lage bloedsuikerspiegel, nieraandoeningen of leveraandoeningen. Bij de secundaire vorm van epilepsie zijn er tussen de aanvallen door vaak ook andere verschillende ziekte symptomen merkbaar, zoals braken, diarree en verward gedrag.
3 fases tijdens een epileptische aanval
Er zijn verschillende fases geduid bij een epileptische aanval. De klassieke epileptische aanval kent drie verschillende fases. Dit zijn de inleidende fase (aura), de eigenlijke toeval (ictus) en de fase na de aanval, de post-ictale fase.
De inleidende fase (aura)
Deze periode kan seconden duren, maar ook uren of zelfs dagen. De hond gedraagt zich over het algemeen anders dan normaal. De verschijnselen kunnen bijna niet aanwezig zijn of juist erg goed waarneembaar. Er is in ieder geval sprake van afwijkend gedrag:
- Een hond kan wat angstiger worden, aandacht vragen, janken, blaffen, zichzelf terugtrekken of zelfs verstoppen
- Een hond maakt abnormale bewegingen
- Een hond is extreem rustig of juist onrustig, loopt bijvoorbeeld constant heen en weer
- Een hond likt overmatig de lippen, kwijlt, plast of braakt
- Een hond kan apatisch gedrag vertonen en erg afwezig zijn
Het komt geregeld voor dat deze fase wordt ‘gemist’, niet wordt opgemerkt door het baasje, omdat de aanwezige signalen soms nihil zijn en doordat de meeste aanvallen plaats vinden wanneer de hond aan het rusten is, dus ook s’nachts!
De eigenlijke toeval (ictus)
In deze fase vindt de echte aanval plaats. Wanneer de aanval plaatsvindt, kunnen de volgende symptomen bij de hond optreden:
- Verliezen van bewustzijn en omvallen
- Krampen over het gehele lichaam
- Krampachtige bewegingen met de poten
- Klapperen met de kaken
- Schuimbekken
- Janken, gillen of piepen
- Verlies van urine en/of ontlasting
Deze fase kan enkele seconden, maar ook minuten duren en er behoorlijk ernstig en beangstigend uitzien.
Post-ictale fase
In deze fase na de aanval komt de hond langzaam weer bij. Het kan zo zijn dat een hond een tijdje stil op de grond blijft liggen voordat hij weer opstaat. De meeste honden zijn na een aanval een tijdje behoorlijk de kluts kwijt. De krampen zijn wel afgelopen, maar het gedrag van de hond kan erg vreemd zijn. De gedragsveranderingen die een hond kan laten zien zijn:
- Onrustig en piepen
- Overmatige honger en dorst
- Overactief of juist erg vermoeid
- Spierzwakte
- Tijdelijke blindheid
- Liggen op rare plekken waar de hond normaal niet ligt
- Soms kan er sprake zijn van agressie
De post-ictale fase kan enkele minuten tot enkele dagen duren.
Wanneer duurt een epileptische aanval te lang?
Wanneer een aanval bij een hond langer dan 10 minuten duurt, dan wordt er gesproken over ‘status epilepticus’. Wanneer dit voorkomt, is het een levensbedreigende situatie voor je hond en dien je altijd met spoed de dierenarts te bellen. Spoedige medische hulp is over het algemeen dan per ommegaande noodzakelijk.
Wat moet je (niet) doen in zo’n situatie?
- Blijf rustig
- Raak je hond niet aan
- Houd je hond niet vast
- Stop niets in de bek van je hond
- Geef geen medicijnen via de bek van je hond
- Schuif eventueel de meubels aan de kant, zodat je hond zich geen pijn kan doen
- Maak aantekeningen over wat er gebeurt en hoe lang het duurt. Je kan eventueel ook een video maken, zodat je deze later met de dierenarts kan bekijken en bespreken
Verschillende soorten epileptische aanvallen
Er zijn verschillende soorten epileptische aanvallen bij de hond die allemaal ‘epilepsie’ worden genoemd. We bespreken er hieronder vier met je.
Gegeneraliseerde aanval of 'grand mal'
Deze vorm van epilepsie komt het meest voor en is de typische epileptische aanval. Bij de aanval is het hele lichaam betrokken en dit uit zich in verstijving, spierkrampen en bewustzijnsverlies. Ook kan de hond urine en/of ontlasting laten lopen.
Een gelokaliseerde aanval
Deze aanval wordt beperkt tot een gedeelte van de hersenen en slechts één of twee symptomen bijvoorbeeld. De aanval kan zich uitbreiden tot een gegeneraliseerde aanval.
Een psychomotorische aanval
Dit type aanval uit zich met name in afwijkend gedrag. Voorbeelden zijn huilen of janken, naar de staart happen, rondjes rennen of naar een denkbeeldige vlieg happen.
Clustering
Bij cluster epilepsie treden er meerdere aanvallen in een korte periode achter elkaar op. De tussentijd kan hierbij variëren van enkele minuten tot uren. Wanneer er sprake is van een clustering, dien je de dierenarts hiervan direct op de hoogte te stellen. Dit doordat een cluster vaak niet vanzelf stopt, maar doorbroken moet worden met behulp van medicijnen. Clustering is een levensbedreigende situatie voor je hond, waarin onmiddelijk gehandeld moet worden.
Is een epileptische aanval schadelijk voor mijn hond?
Een epileptische aanval kan er erg beangstigend uitzien en zorgt al snel voor paniek en schrik bij mensen die er getuige van zijn. Toch is het beter om kalm te blijven, hier heeft je hond meer aan en een aanval is vaak niet levensbedreigend. De hond maakt een epileptische aanval zelf niet bewust mee. Na een aanval zal een hond vaak volledig herstellen, toch wordt in de periode na de aanval een verminderde coördinatie of desoriëntatie vaak waargenomen. Een epileptische aanval leidt zelden (direct) tot de dood, maar wanneer de aanvallen heel vaak en heftig voorkomen en wanneer er niet goed gereageerd wordt op medicijnen door de hond in kwestie (bij ernstige epilepsie), kan euthanasie noodzakelijk worden geacht, omdat er sprake is van onvoldoende levenskwaliteit van een hond.
Komt epilepsie vaker voor bij bepaalde rassen
Epilepsie kan bij iedere hond voorkomen. Primaire epilepsie komt zowel voor bij rashonden als bij kruisingen. Door inteelt of onzorgvuldige fokkerij met (bloed)lijnen zijn er een aantal rassen waarbij epilepsie vaker voorkomt dan gemiddeld, helaas.
Behandeling van een hond met epilepsie
Wanneer een epileptische aanval slechts een enkele keer is gebeurd, wordt er zelden direct gestart met medicatie. Er zijn namelijk honden die slechts een keer per jaar of zelfs langer geen aanval krijgen. Dan is een behandeling niet nodig en wordt zelfs afgeraden. Wanneer de epileptische aanvallen toenemen en dus vaker voorkomen, kan er wel een behandeling worden toegepast. Over het algemeen wordt er met medicatie gestart, wanneer de aanvallen vaker dan 1 of 2 keer per maand voorkomen en/of wanneer de naweeën van een aanval erg lang duren.
Het doel van een behandeling bij epilepsie
Een behandeling tegen epilepsie zal er niet altijd voor zorgen dat de aanvallen volledig verdwijnen. Wanneer de aanvallen in aantal afnemen en de ernst van de aanvallen minder wordt, is er ook al een flink resultaat bereikt. Het bereiken van zo’n optimaal effect wordt bepaald middels de juiste dosering van medicatie. De individuele dosering moet proefondervindelijk uitgezocht worden. Het doel van de behandeling bij epilepsie bij de hond is dan ook vaak:
- Verlengen van de tussenpozen van de aanvallen
- Verkorten van de lengte van de aanvallen
- Verminderen van de ernst van de aanvallen
4 belangrijke punten bij de behandeling van epilepsie
Plotselinge veranderingen in de medicatie (denk aan stoppen, vergeten, wijzigen van dosering of wisselen van medicijn) kunnen het ontstaan van toevallen in de hand werken.
Het kan een poosje duren voordat er een optimale dosering tot stand is gekomen. In sommige gevallen reageren honden onvoldoende of zelfs helemaal niet op de ingestelde behandeling. Dit komt zelden voor.
Een dier met epilepsie is gevoeliger voor bepaalde narcosemiddelen. Vertel daarom altijd dat je hond epilepsie heeft, wanneer je hond geopereerd moet worden bij een dierenarts die niet op de hoogte is van het medisch dossier van je hond.
Maak notities in een dagboek over het optreden van aanvallen en bijzonderheden die volgens jou belangrijk lijken. Bijvoorbeeld medicatie vergeten of uitgebraakt, je hond was onrustig, gestrest of juist heel rustig. Lees in dit artikel alles over het epilepsie dagboek voor je hond.
Medicatie bij epilepsie
Wanneer de epileptische aanvallen vaker voorkomen, kan er met een behandeling met medicatie gestart worden. Over het algemeen worden de onderstaande medicijnen gebruikt bij een behandeling van de hond, maar er is nog meer medicatie op de markt.
Fenobarbital
Dit is een middel dat veel wordt voorgeschreven wanneer er een behandeling wordt gestart. Het kan zijn dat de hond hier wat slaperig van wordt en wat meer gaat drinken en plassen. Wanneer de epileptische aanvallen niet in aantal afnemen, kan de dosering op voorschrift van de dierenarts verhoogd worden.
Fenytoïne (Epitard)
Dit middel wordt vaak gebruikt wanneer de maximale dosering van Fenobarbital is bereikt en het aantal aanvallen bijvoorbeeld niet afneemt. Het voordeel van Fenytoïne ten opzichte van Phenobarbital is dat er minder bijwerkingen (bekend) zijn.
Pexion
Pexion is een vrij recent geregistreerd middel tegen epilepsie en geeft minder bijwerkingen dan Fenobarbital.
Kaliumbromide
Dit medicijn is een ‘oud’ anti-epilepticum en werd vroeger veel gebruikt. Het nadeel aan dit medicijn is dat het verschillende bijwerkingen met zich mee kan brengen zoals duizeligheid, emotionele stoornissen en braken. Het gebruik van Kaliumbromide werd daarom wat verminderd toen Fenobarbital op de markt kwam. Echter schijnt het gebruik van dit medicijn weer toe te nemen.
Diazepam
Diazepam is een medicijn dat de aanval afbreekt, maar het voorkomt geen nieuwe aanval. Het middel wordt vaak in een kliniek middels een injecteerbare vorm toegediend om de hond uit een langdurige aanval te halen. Er is ook een rectale vorm die je in huis kunt halen (op dierenartsrecept), voor wanneer je een hond een epileptische aanval heeft. Dit kan, op aanwijzing dus van de dierenarts, gebruikt worden om bv. een clustering met meerdere epileptische aanvallen achter elkaar te onderbreken.
Prognose bij epilepsie
Over het algemeen is de prognose van primaire epilepsie goed. Het komt vaak genoeg voor dat honden in hun hele leven maar één epileptische aanval krijgen. Buiten de aanvallen kunnen zij, met of zonder medicatie, een prima leven leiden en kunnen ze in principe net zo oud worden als gezonde honden. In de meeste gevallen kunnen epileptische aanvallen goed gecontroleerd worden met medicatie. Toch kan het zo zijn dat er af en toe nog een aanval plaatsvindt en dat de medicatie opgeschroefd moet worden omdat deze niet meer voldoende zijn werk doet. In enkele, zeldzame gevallen is het zo dat men de aanvallen niet kan controleren met medicatie. Bij secundaire epilepsie is de prognose erg verschillend, dit hangt af van de onderliggende oorzaak.
Edith van Groningen zegt op 22 juli 2017 21:15 :
https://www.facebook.com/groups/544024052323849/
Facebook groep Epilepsie bij honden.
Even lid worden (gratis) en je komt in een groep waar je met vragen terecht kan en ondersteuning vindt.