Vergelijk 60.000+ hondenproducten van 700+ merken en 35+ webshops

Vergelijk 60.000+ hondenproducten

Terug

16 december 2016 door Redactie Tinki in Vaccinaties en inentingen hond

Inentingen voor de hond: Is vaccinatie van een hond nodig?

Inentingen voor de hond: Is vaccinatie van een hond nodig?

Je hond inenten om te voorkomen dat deze ziek wordt

Vele hondeneigenaren vinden dit vanzelfsprekend en gaan jaarlijks naar de dierenarts voor de standaard vaccinaties voor de hond. Maar waarvoor dienen deze inentingen voor de hond nou eigenlijk? Wat is het belang van de vaccinaties die jouw hond moet krijgen? En waarom moet jouw pup op jonge leeftijd zelfs meerdere keren gevaccineerd worden?

Vaccinatie voor mijn hond is toch vanzelfsprekend?

De antwoorden op deze vragen zijn in de meeste gevallen onbekend. Soms zelfs een raadsel. Het bieden van een gezonde voeding en je hond in optimale conditie houden, zo min mogelijk stress in het dagelijks leven van je hond veroorzaken en voor een warme mand met dak boven het hoofd zorgen. Het is allemaal vaak net zo vanzelfsprekend als het vaccineren van je hond om er alles aan te doen om te voorkomen dat je hond ziek wordt. Tinki.nl vertelt je daarom graag meer over het vaccineren van honden. Wat zijn de voor- en nadelen van inentingen voor de hond? Welke inentingen zijn er allemaal en tegen welke ziektes zijn deze precies? Zijn er alternatieven om je hond niet onnodig te hoeven vaccineren? En wat houdt dit vaccineren op maat nou precies in? Lees in dit artikel alles over het inenten en vaccineren van jouw pup of volwassen hond.

Waarom is het vaccineren van mijn hond belangrijk?

vaccinatie hondOok voor honden bestaan er helaas een aantal nare levensbedreigende ziekten. Sommige zijn zelfs erg besmettelijk. Om deze hondenziekten te bestrijden is vaccinatie belangrijk. Ook een eventuele nare uitbraak onder alle honden wanneer er een hond besmet is wordt hiermee tegengegaan. In Nederland komen mede dankzij het jarenlange vaccineren de meeste ziekten gelukkig nog maar zelden voor. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat we hier niet meer verstandig mee om hoeven te gaan. Er zijn nog zeker een aantal hondenziekten die regelmatig toe kunnen slaan. Er hoeft in de meeste gevallen maar 1 hond niet goed beschermd te zijn om een vervelende uitbraak met ernstige gevolgen te veroorzaken. Door je hond te vaccineren kunnen deze ziekteverwekkers op tijd worden uitgeschakeld. Hiermee voorkom je dat ze schade kunnen aanrichten aan de gezondheid van jouw hond.

Wat gebeurt er bij het inenten van de hond?

Met het inenten wordt het lichaam als het ware gewaarschuwd voor mogelijke infecties. De vaccinaties bevatten zwakke of dode ziekteverwekkers in kleine hoeveelheden waar jouw hond niet ziek van zal worden. Wanneer jouw hond hiermee wordt ingeënt zal het lichaam hierdoor aangespoord worden om nieuwe antilichamen aan te maken. Het immuunsysteem wordt zo steeds weer aangewakkerd om direct in actie te kunnen komen wanneer je hond in aanraking komt met de daadwerkelijke levende ziekteverwekkers. Bij aanraking met een van deze hondenziektes zal de aanwezigheid van antilichamen en afweercellen ervoor zorgen dat een ziekte makkelijker bestreden wordt. Naast antilichamen maakt het lichaam ook nog eens geheugencellen aan welke behoorlijk lang aanwezig blijven. Het lichaam van je hond kan hiermee als het waren herinnerd worden wanneer het in aanraking komt met een reeds bekend virus. De geheugencellen zullen het lichaam activeren om net als de vorige keer antistoffen aan te maken tegen deze ziekte.

Worden honden afhankelijk van vaccinaties?

Juist het jarenlange vaccineren brengt ook met zich mee dat een hond in het dagelijks leven niet snel meer in aanraking zal komen met bepaalde hondenziektes. Hierdoor komt het lichaam nog maar zelden in de situatie terecht waarbij het zelf aan het werk moet om antilichamen aan te maken tegen deze ziekteverwekkers. Net als bij de mens, is ook de gezondheid van de hond op deze manier steeds afhankelijker geworden van inentingen. Om te voorkomen dat er onnodig veel en vaak gevaccineerd wordt zijn hier inmiddels vele onderzoeken naar gedaan. Dankzij deze onderzoeken, de vele verschillende meningen, maar ook zeker ervaringen, wordt er steeds meer duidelijk over wat een verantwoord en gezond vaccinatieschema voor de hond zou moeten zijn. Het niet vaccineren van je hond betekent ook niet direct dat je hond helemaal niet beschermd is. Wanneer een hond in goede gezondheid en uitmuntende conditie is, zal de weerstand van je hond hoog zijn en automatisch een positief effect op het immuunsysteem hebben. Uiteraard loop je hiermee het risico dat je hond toch ziek wordt, maar het kan best zijn dat je hier liever voor kiest dan het laten vaccineren van je hond. In sommige gevallen zijn de kosten voor het inenten van je hond een reden om het niet te doen, of voor vaccineren op maat te kiezen.

 

Inentingen pup

Zowel vanuit de baarmoeder als door het drinken van de eerste moedermelk krijgen pups al de nodige bescherming van de moederhond mee. Het bloed bevat hierdoor direct de antilichamen die nodig zijn om vervelende hondenziekten te bestrijden. Deze antilichamen worden de maternale antilichamen genoemd. De hoeveelheid aan maternale antilichamen neemt in de weken daarna langzaam af. Hierdoor is de pup op een gegeven moment niet meer voldoende beschermd. Om de besmettelijke ziekten te bestrijden moet het lichaam zelf de antilichamen aanmaken. Zonder vaccinaties zal de pup hiervoor in aanraking moeten komen met de verschillende ziekten om hiervoor immuniteit op te bouwen. Doordat dit niet gebeurt is het belangrijk de pup door middel van inenting te beschermen tegen deze hondenziekten.

Wanneer moet er begonnen worden met vaccinatie?

Een vast moment om te enten is moeilijk te bepalen omdat het per pup verschilt wanneer deze maternale antilichamen geheel verdwenen zijn. Bij de ene pup zal dit al met 6 weken zijn, terwijl dit bij de andere pup pas na 12 weken kan zijn. Dit verschil komt zelfs binnen één zelfde nest voor, omdat dit afhangt van de hoeveelheid antilichamen die door een pup zijn opgenomen bij het drinken van de eerste moedermelk. Ook is bekend dat een vaccinatie niet aanslaat op het moment dat de pup nog over teveel maternale antilichamen beschikt. Aan de buitenkant is dit niet te zien en om deze reden word er dan ook vaak voor gekozen een pup op meerdere momenten in te enten, namelijk met de leeftijd van 6, 9 en 12 weken. Of dit altijd nodig is zullen we verderop in dit artikel behandelen.

Waarom moet ik mijn pup laten enten?

Het allerbelangrijkst is om ervoor te zorgen dat jouw pup voldoende beschermd is, en ook blijft, tegen de verschillende hondenziekten. Pups zijn op deze leeftijd tenslotte erg gevoelig voor het oplopen van infecties. Een aantal besmettelijke ziekten brengen al snel dodelijke gevolgen met zich mee en vooral bij pups is dit natuurlijk zeer gevaarlijk. Daarnaast is de kans op een uitbraak dan ook zeer zeker aanwezig en is het dus extra belangrijk de verantwoordelijkheid voor jouw pup, of de door jou gefokte pups, te nemen. Het kan ook zijn dat wanneer je een puppy gaat kopen de fokker en jij er beide anders over denken. Overleg dan goed met elkaar wat het beste voor de pup zal zijn.

inentingen pup

Het herhalen van puppy entingen

Bij het enten op de leeftijd van rond de 6 weken zullen slechts bij een klein aantal pups de maternale antilichamen verdwenen zijn. Wanneer er op het moment van enten nog veel antilichamen in het bloed van de pup aanwezig zijn zal het vaccin zijn werking niet doen. Het lichaam van de pup zal dan zelf ook niet starten met de aanmaak van nieuwe antilichamen. Bij de meeste pups gebeurt dit wel op de leeftijd van 9 weken, omdat dan bij het overgrote deel de maternale antilichamen wel verdwenen zijn. Bij het krijgen van de vaccinatie rond deze leeftijd zal het lichaam hier dan ook positief op reageren en zelf de nodige antilichamen aan gaan maken. Op de leeftijd van 16 weken zijn bij bijna alle pups de maternale antilichamen wel verdwenen. Hierom wordt er na de leeftijd van 12 weken ook nog weer gevaccineerd bij pups. Deze herhaling van puppy entingen wordt gedaan om te voorkomen dat één van de entingen niet aanslaat waardoor de antilichamen hierna zullen verdwijnen en de pup niet goed beschermd blijkt te zijn.

Tegen welke hondenziekten wordt er gevaccineerd?

Er zijn verschillende hondenziekten waarvoor je hond beschermd kan worden middels de nodige vaccinaties. Het gaat om de volgende hondenziekten:

Tussen bovenstaande hondenziekten staan zowel virussen als bacteriën en de ene ziekte is besmettelijker of gevaarlijker dan de ander. Het is goed om te weten wat de ziekten waarvoor je je hond beschermd precies inhouden en welke gevolgen ze kunnen hebben wanneer je dit niet doet. We zullen daarom de hierboven aangegeven hondenziekten eerst verder toelichten.

1

Distemper (Hondenziekte)

Hondenziekte besmetting bij je hond

Hondenziekte wordt ook wel de Ziekte van Carré, Distemper of Hard Pad Disease genoemd. Het is een virusziekte die zeer besmettelijk is. Een hond die besmet is met de Hondenziekte kan andere honden ruim 4 maanden lang ook weer besmetten door direct of indirect contact. Dit gebeurt onder andere via het hoesten en niesen. Ook in de urine en de ontlasting van de besmette hond is het virus aanwezig en dus gevaarlijk voor andere honden. Vooral pups zijn extra kwetsbaar voor Distemper.

Hond ziek inenting

De gevolgen van Hondenziekte bij je hond

Het virus zorgt ervoor dat de afweer van de hond aangetast wordt en toont voornamelijk klachten aan de luchtwegen, maag en darmen, het zenuwstelsel en de huid. Besmette honden hebben dan ook meestal last van diarree en braken, hoesten of benauwdheid of uitvloeiingen aan ogen en oren. Ook problemen als epilepsie, verlamming of stijfheid en evenwichtsstoornissen kunnen een signaal zijn van een besmetting met Distemper. Net als verdikkingen van de neus en voetzooltjes, puistjes op de huid en ontstekingen aan het oog. Tot zelfs blindheid en het afsterven van het netvlies als gevolg van een besmetting.

Bescherming tegen Hondenziekte

Wanneer jouw hond leidt aan Hondenziekte is er tegenwoordig gelukkig een goede overlevingskans. Er bestaat helaas ook een grote kans dat jouw hond het niet gaat redden en komt te overlijden na een besmetting. Bij een uitbraak van de ziekte kunnen honden opnieuw gevaccineerd worden. De enting die tegen Distemper gegeven wordt zal om de drie jaar herhaald moeten worden. Hiervoor in de plaats kan ook een jaarlijkse bloedtest gedaan worden om de beschermende titers te meten. Over deze mogelijkheid, het vaccineren op maat door middel van titerbepaling, vertellen we verderop in dit artikel meer.

2

Hepatitis (HCC, Leverziekte, CAV)

Leverziekte besmetting bij je hond

Hepatitis staat bij honden vaak beter bekend als de Leverziekte. Ook de afkorting HCC wordt hier vaak voor gebruikt welke staat voor Hepatitis Contagiosum Canis, of CAV wat een afkorting is voor Canine Adeno Virus (type 1). De verspreiding van dit besmettelijke virus verloopt via de urine van de besmette hond.

De gevolgen van Leverziekte bij je hond

Deze hondenziekte is dan ook een zeer besmettelijke leverziekte welke ernstige leverontstekingen veroorzaakt. Deze leverontsteking gaat vaak gepaard met heftige gezondheidsproblemen en zorgt in sommige gevallen zelfs voor een plotselinge dood van de hond.

Bij een besmetting met deze gevaarlijke leverziekte krijgt de hond vaak ontstekingen aan de ogen, bloedingen of heeft de hond veel last van braken en diarree. Deze klachten gaan ook nog eens gepaard met (hoge) koorts en vragen om directe actie om het overlijden van je hond te voorkomen. Volledig herstel is zeker mogelijk als je hond het overleeft, maar in vele gevallen houdt de hond er chronische leverklachten aan over.

Bescherming tegen Leverziekte

Om je hond tegen deze leverziekte te beschermen moet er om de 3 jaar geënt worden. Het vaccin tegen Hepatitis wordt meestal in de cocktail of DHP-enting meegegeven. Ook voor de bescherming tegen deze ziekte kan er op basis van titerbepaling gemeten worden hoe de bloedwaardes ervoor staan. Zo kan er naast de standaard herhaling van deze enting ook bij deze hondenziekte gekozen worden om te vaccineren op maat.

3

Parvovirose (Parvo)

Parvo besmetting bij je hond

Parvovirose is een zeer besmettelijk virus wat beter bekend staat als Parvo. Vooral voor pups is deze hondenziekte erg gevaarlijk en zelfs levensbedreigend. Het virus wordt door besmette honden verder verspreid via de ontlasting. Wanneer een hond niet goed beschermd is tegen deze ziekte kan het zichzelf besmetten door in aanraking te komen met een besmette hond, maar ook met een net herstelde hond of zelfs met een besmette ruimte. Het virus is erg moeilijk te doden en kan ook via de handen en kleding van mensen verder verspreid worden.

De gevolgen van Parvo bij je hond

Parvovirose tast de darmen van een besmette hond aan wat ernstige diarree tot gevolg heeft. Deze diarree is waterig en vaak ook bloederig. Deze hevige diarree gaat vaak gepaard met braken, hoge koorts, spierzwakte of sloomheid. Juist door de hevige diarree kan de hond snel uitdrogen en vervolgens overlijden, wat dit virus voor pups extra gevaarlijk maakt.

Bescherming tegen Parvovirose

Naast deze klachten zorgt Parvo voor een vermindering van de weestand waardoor een besmette hond ook nog eens vatbaarder wordt voor andere virussen en bacteriën. Bij een vermoeden van Parvo is met een vrij simpele test in de ontlasting aan te tonen of de hond besmet is met het virus. De vaccinatie tegen Parvovirose geeft ook drie jaar bescherming tegen het virus. Ook deze standaard enting kan vervangen worden voor een jaarlijkse bloedtest om de bescherming via titerbepaling te testen.

4

Ziekte van Weil (Leptospirose)

Leptospirose besmetting bij je hond

De ziekte van Weil is een van de veel voorkomende Leptospirose besmettingen en wordt veroorzaakt door bepaalde bacteriën, leptospiren. Leptospirose komt wereldwijd voor bij honden en andere dieren. Naast andere dieren kunnen ook mensen besmet raken met deze bacteriële ziekte. De ziekte van Weil is een van de zoönose en kan dus van dieren op mensen worden overgedragen. Leptospirose wordt in de meeste gevallen verder verspreid via urine of water waarin besmet urine zit. Vooral muizen en ratten zijn vaak de boosdoener van het verder verspreiden van de ziekte van Weil. Daarnaast kunnen honden er ook mee besmet raken door direct contact met het besmette dier te hebben gehad. Denk bijvoorbeeld aan een bijtwond van een besmet dier of het opeten van een besmette dode muis.

De gevolgen van Leptospirose bij je hond

De klachten als gevolg van de ziekte van Weil kunnen nogal verschillend zijn. Dit komt doordat er meerdere Leptospirose-bacteriën zijn en niet altijd alle klachten van toepassing zijn. Ook gevaccineerde honden kunnen hierdoor alsnog de ziekte van Weil oplopen. Dit maakt deze bacteriële ziekte dan ook extra ingewikkeld. Nier- en leverfalen zijn wel de meest voorkomende klachten bij deze ziekte. Ook diarree, braken, apathie, geelzucht, koorts, niet willen eten, bloedingen, veel drinken en plassen als gevolg van nierproblemen en gewrichtspijn of spierpijn kunnen kenmerkend zijn voor een Leptospirose besmetting bij de hond.

Bij een goede en snelle behandeling kan de besmette hond weer volledig genezen van de ziekte van Weil. De nieren zijn hierbij extra belangrijk om te voorkomen dat de hond komt te overlijden als gevolg van nierfalen. Een gevaccineerde hond die wel besmet raakt wordt minder ernstig ziek.

Bescherming tegen Leptospirose

Om besmetting te voorkomen kun je het beste plekken mijden waar het besmettingsrisico hoog is. Op deze kaart kun je bekijken waar recente meldingen van besmetting met leptospirose zijn geweest. Een andere mogelijkheid is om je hond te vaccineren tegen Leptospirose. Eerder werd altijd de L2 enting gegeven, omdat vooral 2 varianten van Leptospirose de ziekte veroorzaakten. Dit zijn Canicola en Icterohaemorrhagiae. Inmiddels worden er ook 2 andere varianten steeds vaker aangetroffen, Australis en Grippotyphosa. Hiervoor is er een nieuw vaccin beschikbaar gekomen, de L4 enting, welke tegen alle 4 bescherming moet bieden. Een bloedtest om de bescherming via titerbepaling te testen is voor Leptospirose helaas niet mogelijk. Dit komt omdat het geen virale maar een bacteriële ziekte is.

5

Kennelhoest (Bordetella, Para-influenza)

Kennelhoest besmetting bij je hond

Kennelhoest mag vergeleken worden met een hardnekkige verkoudheid zoals wij die bij onszelf kennen. Om deze reden wordt het ook wel eens de besmettelijke hondenhoest genoemd. Besmettelijk is deze ziekte zeker. Andere honden met klachten die passend zijn bij kennelhoest kunnen deze ziekte gemakkelijk weer overbrengen naar andere honden. Hierdoor komt kennelhoest vaker voor op plekken waar veel honden bij elkaar komen zoals kennels, pensions, hondenscholen, hondenshows en uitlaatservice. Kennelhoest kan door verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt worden. Dit kan zowel door het Adeno-virus (type 2) en het Para-Influenza virus, als door de Bordetella bacterie.

De gevolgen van Kennelhoest bij je hond

De eerste klachten van een kennelhoest besmetting komen tussen de 3 en 10 dagen opzetten. Hoesten is één van de meest voorkomende klachten, maar een besmette hond hoeft niet perse te hoesten. Een snotneus wordt vaak wel bij alle honden met kennelhoest gezien en ook komen ontstoken ogen veel voor. Als gevolg van het hoesten kan je hond ook benauwd worden of gaan kokhalzen. De mate waarin je hond ziek zal worden van kennelhoest is voornamelijk afhankelijk van de weerstand van jouw hond. Voorkom daarom altijd stress en zorg ook dat je hond niet teveel blaft. Veel blaffen tast de keel van de hond aan en hierdoor zal je hond extra vatbaarder worden voor kennelhoest.

Kennelhoest hond

Bescherming tegen Kennelhoest

Er zijn verschillende vaccinaties mogelijk om de weerstand tegen kennelhoest te verbeteren. Helaas kan ook een tegen kennelhoest gevaccineerde hond alsnog besmet raken. Vaccinatie voorkomt wel dat je hond er erg ziek van zal worden. De vaccins tegen kennelhoest worden jaarlijks gegeven, vaak omdat er geen betrouwbare bloedtest is om de beschermende titers te kunnen meten. De enting kan zowel onderhuids als door middel van een neusenting gegeven worden. De neusenting werkt al binnen een paar dagen.

6

Rabiës (Hondsdolheid)

Hondsdolheid besmetting bij je hond

Rabiës staat beter bekend als hondsdolheid en is een erg gevaarlijke ziekte met dodelijke gevolgen. Hondsdolheid is zeer besmettelijk, zowel voor mensen als voor dieren. Gelukkig komt deze ziekte in Nederland bijna niet meer voor, maar dat neemt niet weg dat dit in korte tijd kan veranderen. De ziekte wordt via speeksel overgedragen. Daardoor zie je ook vaak dat een hond besmet raakt na een beet van een andere besmette hond, kat, vleermuis of vos. Vooral onder de vleermuizen komt Rabiës nog veel voor.

De gevolgen van Hondsdolheid bij je hond

Na 3 tot 8 weken komen de eerste verschijnselen van een besmetting tevoorschijn. De ziekte geeft klachten die lijken op griep, zoals koorts en spierpijn. Deze klachten zullen langzaam overgaan in slik- en ademhalingsproblemen, maar ook verlammingsverschijnselen en stuiptrekkingen. Vooral dieren kunnen zich ineens heel anders gaan gedragen doordat het virus de hersenen aantast. Plotselinge extreme angst en agressie komt dan bij besmette honden ook geregeld voor. Uiteindelijk zal de hond in coma raken of direct overlijden. Vrijwel altijd verloopt een besmetting bij honden met de dood tot gevolg.

Bescherming tegen Hondsdolheid

Iedere hond die Nederland binnenkomt is verplicht een geldige rabiësvaccinatie te hebben. Ook voor reizen naar alle EU landen is dit verplicht. De vaccinatie mag vanaf 12 weken gegeven worden en is na 3 weken pas geldig. Pups kunnen daarom pas vanaf 15 weken geïmporteerd worden. De rabiësenting is 3 jaar lang geldig. De bescherming tegen Rabiës is wel door middel van titerbepaling te testen, maar is niet rechtsgeldig. Een titerbepaling mag dan ook niet de rabiësenting vervangen.

Op welke leeftijd krijgt mijn hond welke entingen?

Een vast vaccinatieschema die voor iedere hond geldt is moeilijk te geven. Niet iedere hond wordt op dezelfde leeftijden gevaccineerd en ook niet iedere hond krijgt met de komst van vaccineren op maat nog dezelfde vaccinaties per keer. Dit is ook niet meer dan logisch aangezien geen enkele hond hetzelfde is en ze ieder voor zich een individuele behandeling verdienen. Daarnaast wordt er vaak gekozen voor een cocktail-enting welke uit vaccinaties tegen meerdere ziekten bestaat. Deze zogeheten grote cocktail of DHP-enting bevat vaccinaties tegen Distemper, Hepatitis en Parvo. Deze vaccinaties zijn 3 jaar geldig en hoeven dus maar om de 3 jaar gegeven te worden. Deze geldigheidsduur staat niet gelijk aan de werkelijke beschermingsduur, welke in de meeste gevallen zelfs nog een aantal jaren langer is. Bij vaccineren op maat wil het nog wel eens voorkomen dat de hond voor slechts 1 van deze 3 gevaccineerd dient te worden, omdat hij voor de andere ziekten nog voldoende beschermd blijkt. De enting voor Distemper en Hepatitis zijn echter niet apart verkrijgbaar.

Wanneer moet ik mijn pup inenten?

Wanneer we de gebruikelijke richtlijnen aanhouden zou een entschema voor de hond er als volgt uit komen te zien:

entschema hond

* Het schema van de Kennelhoest enting is afhankelijk van de vorm waarin deze vaccinatie wordt gegeven. De neusenting wordt meestal ieder jaar gegeven indien de hond vaak op plekken komt waar veel honden samenkomen zoals hondenscholen, hondenshows, kennels en pensions of wanneer je hond geregeld met een hondenuitlaatservice meegaat. De kennelhoest vaccinatie die via injectie gegeven wordt kan bij de cocktail-enting inzitten. De bescherming tegen Kennelhoest is niet betrouwbaar via titerbepaling te testen.

*De herhaling die op 1-jarige leeftijd gegeven wordt dient als ‘booster’ voor wanneer de pup niet voldoende op de puppy vaccinaties gereageerd zou hebben. Tegenwoordig is deze bescherming in het bloed via titerbepaling goed te testen.

*Na deze ‘booster’ worden de vaccinaties herhaald aan de hand van de werkingsduur van de verschillende vaccins. Voor Distemper, Hepatitis en Parvo is dit minimaal 3 jaar. Mocht een bloedtest uitwijzen dat de hond nog voldoende beschermd is kan deze vaccinatie worden uitgesteld.

*Het vaccin voor de ziekte van Weil kent gezien de werkingsduur een geldigheid van slechts 1 jaar. Omdat bescherming tegen deze bacteriële ziekte niet middels titerbepaling betrouwbaar te testen is kan deze vaccinatie jaarlijks herhaald worden om voldoende bescherming blijven te bieden.

*De rabiësenting biedt daarentegen wel weer voor 3 jaar bescherming en is daardoor 3 jaar lang geldig. Herhaling om de 3 jaar is nodig wanneer je met je hond naar het buitenland gaat.

Wat is een geschikt vaccinatieschema voor mijn hond

Houd er bij het bepalen van een geschikt vaccinatieschema voor jouw hond altijd rekening mee dat iedere hond uniek is en individuele aandacht verdient. De specifieke leefsituatie van jouw hond en de gezondheid, het ras of de leeftijd spelen altijd een rol bij het maken van de juiste keuzes. Daarnaast wordt er steeds meer bekend over de werking van vaccinaties en brengt de mogelijkheid van een titerbepaling weer nieuwe inzichten met zich mee. Hierover lees je verderop in dit artikel meer. Wanneer je twijfelt kun je bij verschillende dierenartsen informeren over hoe zij hierin staan en deze bevindingen tegen elkaar afwegen.

Kan mijn hond ziek worden na inenting?

Helaas kennen de hierboven genoemde vaccinaties voor je hond ook zeker bijwerkingen. Deze bijwerkingen variëren van het even niet lekker voelen tot aan heftige levensbedreigende reacties. Iedere vaccinatie geeft het immuunsysteem van je hond een extra zetje. Dit zetje had het lichaam anders nooit gehad. Vooral tijdens de cocktail entingen krijgt de hond veel verschillende ziekteverwekkers tegelijk ingespoten. Het lichaam krijgt hierdoor ineens erg veel te verwerken.

Voorkom dat je puppy ziek wordt na inenting

Vooral pups en jonge honden kunnen heftig op vaccinaties reageren. Het afweersysteem van de hond kan hierdoor snel ontregeld raken en met bijkomende stress zal de weerstand al niet erg hoog zijn. Mede hierom is het belangrijk je pup of volwassen hond alleen in te enten wanneer deze gezond is en ook om altijd voor een zo goed mogelijke weerstand te zorgen. Zo voorkom je dat het lichaam tegelijkertijd ook nog eens andere klachten moet bestrijden. Is je hond niet lekker in orde? Overleg dan met de dierenarts om op een later tijdstip te vaccineren. Voor de wat gevoeligere honden kunnen de te krijgen entingen in overleg met de dierenarts ook goed verspreid worden over een bepaalde periode. Hierdoor kun je het lichaam wat meer tijd en ruimte bieden om de gekregen vaccinatie goed te verwerken. Aanvullend kun je homeopathische middelen gebruiken om het lichaam wat extra bij te staan rondom vaccinaties.

Hoe ziek kan een hond na vaccinatie worden?

Veelgenoemde bijwerkingen als directe reactie op een vaccinatie zijn; zwelling op de plek van de enting, zwakheid, braken, diarree, koorts, anafylactische schock of toevallen. Neem altijd direct contact op met de dierenarts als je merkt dat je hond na een enting 1 van deze bijwerkingen vertoont.

Andere gezondheidsrisico’s die zich vaak pas later zullen uiten zijn; nier- en leveraandoeningen, auto-immuunziekten, allergieën of kanker. Helaas is het bij deze bijwerkingen vaak moeilijk vast te stellen dat het daadwerkelijke gevolgen van vaccinaties zijn.

Titerbepaling bij mijn hond of volgens schema herhalen?

De nieuwe ontwikkelingen rondom titerbepaling maken het steeds meer mogelijk je hond op maat te vaccineren. Mede doordat de beschermingsduur van een vaccin per hond verschillend is en het ook steeds meer blijkt wat voor een invloed vaccinaties op de gezondheid van de hond kunnen hebben, is dit een zeer interessante ontwikkeling. Dierenartsen en instanties gaan vaak uit van de officiële geregistreerde werkingsduur, maar met het vaccineren op maat blijkt deze werkingsduur vaak zelfs nog langer te zijn. Met deze wetenschap is het dus niet altijd meer nodig je hond volgens een vastgesteld vaccinatieschema te laten inenten. Minder vaak vaccineren brengt dus niet altijd direct de gezondheid van je hond in gevaar. Vooral voor honden die gevoeliger reageren op inentingen is dit natuurlijk erg interessant. Titerbepaling bij je hond wordt wettelijk goedgekeurd om aan te tonen dat je hond voldoenden beschermd is tegen Parvo, Hepatitis en Hondenziekte. Je hond kan dus gerust naar de hondenschool of in een hondenpension verblijven.

Titerbepaling bij de hond

Om je hond op maat te kunnen vaccineren wordt er een bloedtest gedaan om de hoeveelheid antilichamen in het bloed te bepalen. Deze bloedtest wordt een titerbepaling genoemd. Er is slechts 1 druppel bloed van je hond nodig om met behulp van een teststripje met 4 stippen te bepalen hoe hoog de hoeveelheid antilichamen is. Van deze 4 stippen geldt 1 stip als controlestip. De overige 3 stippen staan voor antilichamen tegen Hepatitis, Parvo en Distemper. Een vaccinatie zal niet aanslaan wanneer er nog ruim voldoende antilichamen in het bloed aanwezig zijn. Met titerbepaling kun je dus erg goed meten of het zinvol is je hond opnieuw te vaccineren of dat je nog een tijd kan wachten.

In de volgende video legt dierenarts Brenda Ooms uit hoe een titerbepaling van VacciCheck wordt uitgevoerd:

Dierenarts Tannetje Koning heeft veel onderzoek gedaan naar het effect en eventuele bijwerkingen van vaccinaties. Naar schatting reageert 2 tot 5% van de honden verkeerd op een enting. Op onderstaande video kun je haar bevindingen beluisteren:

Waar kan ik mijn hond laten titeren?

Wil jij graag vaccineren op maat, maar heb je geen idee bij welke dierenartsen titeren? Op de website van Dierbewust vind je een mooi overzicht met zoekfunctie. Hier vind je eenvoudig dierenartsen bij jou in de buurt die werken met de titerbepaling. > Bekijk het kaartje hier Staat jouw eigen dierenarts er niet bij? Dan kun je natuurlijk altijd even bij je eigen dierenartsenpraktijk informeren naar de mogelijkheden.

(2) reacties
Plaats een reactie

marloes van krimpen zegt op 20 december 2016 09:27 :

Beste Redactie,

Ik ben het veel met jullie eens, maar ik vind het vaccinatieschema in jullie blog wel erg enthousiast.

Kennelhoest wordt door verschillende dierenartsen ook aangeraden om dit pas na de 3de enting te doen, enkel bij bepaalde rassen. Dit omdat de derde enting al best heftig is.

Puppy’s kunnen overigens ook al getitert worden. Ze krijgen meer anti-stoffen van de moeder mee, dan wij denken.

En de Rabies is een heftige enting, zeker voor een pup. En deze is enkel verplicht als je naar het buitenland reist, 3 weken voor vertrek.

Persoonlijk zou ik dit nooit allemaal tegelijk geven. Een pup maakt in de eerste weken van zijn leven al zoveel mee. Het verlaten van het nest is behoorlijk stressvol, waardoor het immuunsysteem onder druk staat. En juist op dat moment komt de 9 wkn enting. En 3 wkn later de volgende serie.

Puppy’s kunnen overigens ook al getitert worden. Ze krijgen meer anti-stoffen van de moeder mee, dan wij denken. Ik had mijn twijfels over de 3e entingen, maar was verbaasd over de uitslag! Ze bleken helemaal niet nodig.

Reageer op deze reactie

Redactie Tinki.nl zegt op 20 december 2016 10:06 :

Hoi Marloes,

Bedankt voor je reactie op ons blog.
We begrijpen dat het over kan komen alsof alle entingen rond de 12 weken tegelijk gegeven moeten worden. In de tekst wordt echter uitgelegd waarom dit niet perse zo is.
Goed dat je jouw mening hierover met andere hondenliefhebbers/-eigenaren deelt, bedankt daarvoor!

Groetjes, Tinki.nl!

Plaats een reactie